Boven alles staat dat ik de onbedwingbare behoefte heb om het leven vast te leggen, bij voorkeur met een analoge fotocamera, bij gebrek aan camera met een pen, bij gebrek aan pen als verzamelaar. Maar voordat ik mijzelf een fotograaf, schrijver of verzamelaar kan noemen, ben ik op de eerste plaats een toeschouwer. Ik bekijk wat er in het dagelijks leven om mij heen gebeurt en leg dat vervolgens vast.
Om mijn werk te kunnen maken moet ik dus eigenlijk gewoon mijn leven leiden en mijn camera altijd meenemen. Vervolgens is mijn belangrijkste taak om deze beelden te regisseren. Zo bepaal ik hoe mijn leven gepresenteerd wordt aan de buitenwereld. Het grootste gedeelte van mijn werkproces bestaat dan ook uit het evenwicht vinden tussen te veel laten zien en te weinig laten zien.
Buiten het verzamelen van mijn eigen herinneringen, gedachten en beelden, verzamel ik ook graag die van andere mensen. Ik doe dit door projecten op te zetten waarbij jonge fotografen, zoals ik, hun foto’s naargelang een bepaald thema aan mij opsturen. Vervolgens geef ik de verzameling vorm.
Hoewel ik me dus vooral bezighoud met mijn eigen persoonlijke wereld, probeer ik steeds meer contact te leggen met de mensen die precies hetzelfde doen als ik, maar mijn ultieme levensdoel is nog altijd om mijn hele leven in beelden te hebben vastgelegd tegen de tijd dat ik oma ben, zodat ik aan de hand van die foto’s mijn kleinkinderen alle verhalen kan vertellen.